Gebruik het Instellen van de Systeembeveiliging voor het invoeren van systeemwachtwoorden.
Parameter |
Opties |
Beschrijving |
Security Mode |
Password (Wachtwoord) |
Hiermee kunt u uw beveiligingsmodus selecteren. |
Assign Supervisor Password |
Druk op Enter |
Hiermee beschermt u het hulpprogramma Instellen van de BIOS, het opstarten van het systeem en het opheffen van de Standby-modus (opheffen van de standby niet van toepassing in Windows 98 met ACPI) door middel van een wachtwoord. |
Assign User Password |
Druk op Enter |
Hiermee maakt u een gebruikerswachtwoord aan éénmaal dat een supervisorwachtwoord is ingesteld. |
Boot Password Required |
No (Nee) Yes (Ja) |
Geeft aan of een wachtwoord vereist is bij het opstarten van het systeem. |
Resume Password Required |
No (Nee) Yes (Ja)
|
Geeft aan of een wachtwoord vereist is om het systeem te doen doorgaan. Een opstartwachtwoord moet gedefinieerd zijn om deze parameter te kunnen activeren (Niet van toepassing in Windows 98 met ACPI). |
Assign HDD Password |
Druk op Enter |
Hiermee kunt u de toegang tot de inhoud van het vast-schijf-station afhankelijk maken van een wachtwoord. |
Internal HDD Password |
Enabled (Ingeschakeld) Disabled (Uitgeschakeld) |
Schakelt het wachtwoord voor de toegang tot de inhoud van het Harde-Schijf-station in of uit. |
De fabrieksinstellingen zijn in het rood weergegeven.
Uw notebook ondersteunt op meerdere niveaus een wachtwoord voor systeembeveiliging. Onthoud dat u het wachtwoord voor de supervisor dient in te stellen, voordat het hulpprogramma BIOS Setup u in staat stelt een gebruikerswachtwoord in te stellen.
Wanneer u het wachtwoord voor een supervisor instelt, dient u dit in te voeren voordat u naar BIOS Setup gaat, toegang krijgt tot het systeem bij het opstarten of hervat vanuit de slaapstand of Save-to-File, afhankelijk van de selectie van uw configuratie.
Om een wachtwoord te kunnen toekennen aan het hulpprogramma Instellen van de BIOS of aan de toegankelijkheid van het systeem bij het opstarten, moet u eerst de supervisorwachtwoord instellen en daarna een wachtwoord van een gebruiker.
Om een wachtwoord in te stellen, selecteert u Toekennen supervisorwachtwoord, typt u een wachtwoord in, bevestigt u dit wachtwoord en drukt u op een willekeurige toets om verder te gaan. Herhaal deze procedure voor het gebruikerswachtwoord.
Om de wachtwoordbescherming van uw systeem te activeren wanneer u het achterlaat, drukt u op Ctrl, Alt, Backspace. De LED's van de Caps lock en de Scroll lock zullen afwisselend flikkeren om aan te geven dat een wachtwoord vereist is om verder te gaan.
Om de Standby-modus of de Slaapstand-modus met een wachtwoord te beschermen, moet u het volgende doen:
Bepaal een Windows-wachtwoord in Configuratiescherm, Beveiliging, Wachtwoorden wijzigen.
Schakel de optie "Vragen om wachtwoord bij het standby-zetten van de computer" in, in Configuratiescherm, Eigenschappen voor Energiebeheer, Geavanceerd.
Uw Easy Lite FX stelt u in staat wachtwoordbescherming voor het interne harde-schijfstation in te stellen. Dit beperkt de toegang tot de harde schijf alleen wanneer het station uit uw Easy Note wordt genomen en in een ander systeem geïnstalleerd wordt. U wordt niet gevraagd om de wachtwoorden voor het harde-schijfstation in te voeren als de schijf op uw huidige systeem blijft.
De wachtwoorden voor het harde-schijfstation worden in de BIOS van het systeem geschreven en naar het harde-schijfstation om er zeker van te zijn dat de wachtwoordbescherming meegaat met het station, wanneer dit van systeem wisselt.
Om wachtwoordbescherming voor het harde-schijfstation van uw systeem in te stellen dient u een hoofdwachtwoord op te geven, een gebruikerswachtwoord te maken en de ingestelde wachtwoorden voor het interne harde-schijfstation te activeren. Voer de volgende stappen uit om wachtwoorden voor het harde-schijfstation vast te leggen om deze vorm van bescherming te activeren.
Ga naar de BIOS Setup, markeer en selecteer de System Security Setup.
Markeer Assign HDD Password en druk op Enter.
Het systeem vraagt u een hoofdwachtwoord in te voeren.
Voer een hoofdwachtwoord in en druk op Enter.
Het systeem vraagt u om het wachtwoord opnieuw in te voeren om dit te verifiëren.
Voer het hoofdwachtwoord in en druk op Enter.
Het systeem bevestigt het aanmaken van het hoofdwachtwoord en vraagt u om een gebruikerswachtwoord in te voeren.
Voer een gebruikerswachtwoord in en druk op Enter.
Het systeem vraagt u om het wachtwoord opnieuw in te voeren om dit te verifiëren.
Voer het gebruikerswachtwoord in en druk op Enter.
Markeer en selecteer Internal HDD Password en maak gebruik van de toetsen PgUp/PgDn keys om de selectie in te schakelen. (Hierdoor wordt de wachtwoordbescherming voor het interne harde-schijfstation ingeschakeld.)
Als u de wachtwoorden voor het harde-schijfstation wilt veranderen, gaat u naar de setup van de systeembeveiliging, markeert Internal HDD Password en voert het huidige wachtwoord in dat u wilt veranderen. Wanneer u het huidige hoofdwachtwoord invoert, wordt u gevraagd om een nieuw in te voeren. Wanneer u het huidige gebruikerswachtwoord invoert, wordt u gevraagd om een nieuw in te voeren. Wilt u geen nieuw hoofdwachtwoord of gebruikerswachtwoord invoeren, dan drukt u op Esc en voert geen nieuw wachtwoord in.
Om het makkelijker te maken om een of meer harde-schijfstations tussen systeem uit te wisselen stelt u één hoofdwachtwoord in (en schrijft u het wachtwoord op papier en bergt dit op een veilige plaats op). Voer verschillende gebruikerswachtwoorden in om de toegang tot specifieke systemen te beperken.
Wanneer een met een wachtwoord beveiligd harde-schijfstation wordt verplaatst van zijn oorspronkelijke systeem en in een ander systeem wordt geïnstalleerd, verschijnen foutboodschappen op het scherm die aanduiden dat het station vergrendeld is. Vervolgens verschijnt op het scherm Setup beveiliging dat de gebruiker vraag het hoofdwachtwoord op te geven om de vergrendeling van de schijf ongedaan te maken. Markeer de wachtwoordregel van het harde-schijfstation en voer het hoofdwachtwoord in, wanneer daarnaar gevraagd wordt.
Wilt u een harde-schijfstation van het ene systeem naar het andere verplaatsen, volg dan de stappen 1 tot en met 6 in de sectie Wachtwoorden voor het harde-schijfstation instellen voordat u het harde-schijfstation in een ander systeem installeert. Installeer dit in het gewenste systeem en volg vervolgens stap 7 om bescherming van het station in te stellen.
Om uw voordeel te doen van wachtwoordbescherming voor een harde-schijfstation in een ander systeem, dient dit uitgerust te zijn met dezelfde wachtwoordbeschermingsfunctie. Om te bepalen of het systeem een wachtwoord voor het harde-schijfstation heeft, controleert u de System Security Setup in de setup van het BIOS om te zien of er mogelijkheden zijn om deze wachtwoorden in te stellen.