Geheugenmodules

Uw notebook-computer is standaard uitgerust met een 64-megabytes (MB) werkgeheugen (RAM). U kunt het systeemgeheugen vergroten tot een maximum van 192 MB afhankelijk van de SO-DIMMs die worden gebruikt.

Voorzorg: Voordat u de interne onderdelen van de computer aanraakt, moet u uzelf en uw kleding eerst elektrisch ontladen door een metalen oppervlak aan te raken.

Volg onderstaande stappen om een geheugenmodule te installeren.

  1. Controleer of het systeem is uitgeschakeld en of er geen randapparatuur met het systeem is verbonden;

  2. Keer het systeem om en zoek de geheugenmodule-bay (A);

  1. Verwijder de schroef (B) en het dekplaatje van de bay (A);

  1. Zoek de connectoren (A) en de uitlijnsleutel (B) van de SO-DIMM;

  1. Zoek de SO-DIMM-uitbreidingspoort en ga als volgt te werk:

Wanneer u een SO-DIMM moet veranderen en er reeds een module in het toestel aanwezig is, gaat u als volgt te werk:

  1. Plaats het dekplaatje van de geheugenmodule-bay terug op zijn plaats en bevestig de schroef;
  2. Keer het systeem opnieuw om en schakel de notebook aan.