Uw notebook-computer is standaard uitgerust met een 64-megabytes (MB) werkgeheugen (RAM). U kunt het systeemgeheugen vergroten tot een maximum van 192 MB afhankelijk van de SO-DIMMs die worden gebruikt.
32-MB-geheugenmodule
64-MB-geheugenmodule
128-MB-geheugenmodule
Voorzorg: Voordat u de interne onderdelen van de computer aanraakt, moet u uzelf en uw kleding eerst elektrisch ontladen door een metalen oppervlak aan te raken.
Volg onderstaande stappen om een geheugenmodule te installeren.
Controleer of het systeem is uitgeschakeld en of er geen randapparatuur met het systeem is verbonden;
Keer het systeem om en zoek de geheugenmodule-bay (A);
Zoek de connectoren (A) en de uitlijnsleutel (B) van de SO-DIMM;
Zoek de SO-DIMM-uitbreidingspoort en ga als volgt te werk:
Houd de SO-DIMM in een hoek van 45° en stel de SO-DIMM-contacten gelijk met de socket in the systeem. Druk de connector in de socket.
Druk de tegenovergestelde zijde van de SO-DIMM-contacten naar beneden totdat de sluitklepjes de SO-DIMM vastgrijpen. De module zit nu vast.
Wanneer u een SO-DIMM moet veranderen en er reeds een module in het toestel aanwezig is, gaat u als volgt te werk:
- Druk de sluitklepjes die de SO-DIMM vasthouden naar buiten open en hou ze geopende terwijl u voorzichtig de rand van de module probeert op te heffen.
- Wanneer de rand van de SO-DIMM naar boven schiet en de SO-DIMM een hoek van ongeveer 60° maakt, trekt u de SO-DIMM uit de socket.