Parallelle apparaten

U kunt parallelle apparaten met het systeem verbinden dankzij de FDD/parallelle poort die zich aan de linkerzijde van uw notebook bevindt. Om een parallelle apparaat te kunnen installeren, heeft u de kabel met de female 25-pin-connector nodig die bij uw systeem wordt geleverd en voor de meeste parallelle printers heeft u een CentronicsĀ®-compatibele 36-pin-connector nodig.

Opmerking: Wanneer u een printer aansluit, moet u er voor zorgen dat u via Windows Configuratiescherm het juiste stuurprogramma installeert.

Een parallelle apparaat wordt als volgt aan de Easy Lite FX verbonden.

  1. Vergewis u ervan dat beide apparaten -zowel uw notebook als het parallelle apparaat- zijn uitgeschakeld;

  2. Open het dekplaatje van de FDD/Parallelle poort dat zich aan de linkerzijde van het systeem bevindt en lokaliseer de FDD/Parallelle poort;

  3. Verbind de 25-pin parallelle kabelconnector (B) (smal stuk) aan de poort van het systeem (A) en sluit de connectorklemmen;

  4. Verbind het andere uiteinde van de kabel met de parrallelle poort van het apparaat. Sluit ook hier de connectorklemmen;

  1. Verbind de stroomtoevoerkabel met het apparaat en steek deze in een correct geaard stopcontact;

  2. Schakel de stroom aan voor de computer en het apparaat.

Opmerking: Controleer of het apparaat on line staat voordat u het uitprobeert. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het apparaat voor meer informatie.

 

Een parallelle apparaat loskoppelen

Om een parallelle kabel te kunnen loskoppelen, moet u eerst de klemmen samendrukken voordat u de kabel kunt lostrekken van het systeem of het parallelle apparaat.

Waarschuwing: Het niet kunnen samendrukken van de klemmen kan schadelijk zijn voor de kabelconnectors.