In Windows 98-omgeving gebruikt uw computer de ACPI (Advanced Configuration and Power Interface) om zijn energieverbruik te beheren. De ACPI geeft het besturingsprogramma de mogelijkheid om de stroomtoevoer naar de aangesloten apparaten te regelen, deze af te sluiten wanneer ze niet worden gebruikt of in sommige gevallen de hele computer uit te schakelen.
Gebruik deze mogelijkheid om:
Langer met de accu te kunnen werken.
De levensduur van de computer te verlengen.
Tijd te besparen. U hoeft het systeem niet opnieuw op te starten na een spoedvergadering of telefoongesprek, maar slechts op de aan/uit-schakelaar te drukken.
In Windows 98 worden de meeste energiebesparende instellingen geregeld via eigenschappen voor Energiebeheer van Windows en niet via het Setup-programma, tenzij anders aangegeven. Om toegang te verkrijgen tot Eigenschappen voor Energiebeheer van Windows, gaat u naar Start, Instellingen en Configuratiescherm en dubbelklikt u op Energiebeheer.
Eigenschappen voor Energiebeheer heeft de volgende opties:
Gebruik de optie Energiebeheerschema's om het juiste energiebeheerschema voor uw systeem te kiezen en de tijden voor standby van het LCD en de harde schijf in te stellen. Geef de parameters voor het systeem op wanneer dit op het lichtnet of de accu werkt.
Parameter
Opties
Beschrijving
Energiebeheerschema's
Draagbare computer/laptop Thuis/kantoor Altijd aan
Het meest geschikte energiebeheerschema voor uw computer bepalen. Als deze schema's niet aan uw wensen voldoen, kunt u ze aanpassen of uw eigen tijden voor standby instellen en opslaan als een nieuw energiebeheerschema.
Systeem op stand-by: (netvoeding)
1/2/3/5/10/15/20/25/30/45 minuten 1/2/3/4/5 uur Nooit
De periode dat het systeem niet wordt gebruikt voordat het overgaat op de standby-modus bepalen, bij gebruik van netspanning.
Systeem op stand-by: (op accu)
1/2/3/5/10/15/20/25/30/45 minuten 1/2/3/4/5 uur Nooit
De periode dat het systeem niet wordt gebruikt voordat het overgaat op de stand-by-modus bepalen, bij gebruik van de accu.
Monitor uitschakelen (netvoeding)
1/2/3/5/10/15/20/25/30/45 minuten 1/2/3/4/5 uur Nooit
De tijd voordat het LCD wordt uitgeschakeld bepalen.
Monitor uitschakelen (op accu)
1/2/3/5/10/15/20/25/30/45 minuten 1/2/3/4/5 uur Nooit
De tijd voordat het LCD wordt uitgeschakeld bepalen.
Vaste schijven uitschakelen (netvoeding)
3/5/10/15/20/25/30/45 minuten 1/2/3/4/5 uur Nooit
Bepaalt de tijd voordat de harde schijf wordt uitgeschakeld.
Vaste schijven uitschakelen (op accu)
3/5/10/15/20/25/30/45 minuten 1/2/3/4/5 uur Nooit
De tijd voordat de harde schijf wordt uitgeschakeld bepalen.
Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Gebruik het venster Waarschuwingen om op te geven wanneer de waarschuwing voor een kritiek energieniveau moet plaatsvinden. Geef op of de waarschuwing dient te bestaan uit een waarschuwingstoon, een melding op het scherm of overgaan op Standby, Slaapstand of Uitschakelen van het systeem.
Parameter
Opties
Beschrijving
Lage accuspanning waarschuwingstypen
10% 100%
Opgeven bij welk percentage het systeem waarschuwt voor een laag energieniveau en wat het in zo'n geval dient te doen.
Type signaal
Bericht weergeven Geluidssignaal
Bepalen hoe u wordt gewaarschuwd wanneer de accu leeg raakt.
Energieniveau
Geen Standby Slaapstand Afsluiten
Bepaalt wat het systeem doet wanneer de accu leeg raakt.
Kritieke accuspanning waarschuwingstypen
3% 0-100%
Opgeven bij welk percentage het systeem waarschuwt voor een kritiek energieniveau en wat het in zo'n geval dient te doen.
Type signaal
Bericht weergeven Geluidssignaal
Bepalen hoe u wordt gewaarschuwd bij een kritiek energieniveau.
Energieniveau
Standby Slaapstand Afsluiten Geen
Bepalen wat het systeem doet bij een kritiek energieniveau.
Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
De energiemeter geeft aan hoeveel energie de accu nog bevat en wat de laadstatus is. Kies voor een percentagebalk of een pictogram van een accu met daarbij het percentage voor informatie over de status.
In het venster Geavanceerd kunt u eigenschappen kiezen van het pictogram op de taakbalk, het wachtwoord voor standby, het LCD (wanneer het wordt gesloten) en de aan/uit-knop.
Parameter
Opties
Beschrijving
Altijd pictogram op taakbalk weergeven
Ingeschakeld Uitgeschakeld
Bepaalt of het pictogram van de energiemeter op de taakbalk wordt weergegeven.
Vragen om wachtwoord bij het standby-zetten van de computer
Uitgeschakeld Ingeschakeld
Bepaalt of het systeem om uw Windows-wachtwoord vraagt bij terugkeren uit de Standby-modus.
Als ik de deksel van de computer sluit
Standby Slaapstand Afsluiten Geen (1)
Geeft aan wat het systeem doet wanneer het LCD wordt gesloten.
Als ik de aan/uit-schakelaar van de computer indruk
Afsluiten Standby Slaapstand
Geeft aan wat het systeem doet wanneer de aan/uit-schakelaar wordt gebruikt.
(1)Wanneer u Geen selecteert, schakelt het LCD uit wanneer het wordt gesloten.
Fabrieksinstellingen zijn in rood weergegeven.
Gebruik het venster Slaapstand om de slaapmodus in te schakelen. In deze modus slaat het systeem gegevens op in een bestand of op de harde schijf. Uw huidige werkomgeving wordt op de harde schijf opgeslagen. Gebruik de aan/uit-schakelaar om het systeem te reactiveren en terug te keren naar de vorige status. Als u ooit het RAM in uw systeem uitbreidt (door een nieuwe geheugenmodule te installeren of een oude te vervangen), kan de hoeveelheid gereserveerd geheugen voor het backupbestand onvoldoende zijn om uw gehele werkomgeving te bevatten. Om dit te voorkomen, kunt u het programma Phdisk gebruiken om de hoeveelheid gereserveerde ruimte uit te breiden. Meer informatie hierover vindt u in de sectie Hoe kan ik... van uw Gebruikershandleiding.
APM gebruikt verschillende niveaus voor energiebeheer. Deze niveaus worden automatisch geactiveerd, op basis van de instellingen van het systeem of handmatig als u ze zelf kiest. U kunt het systeem zo instellen dat deze niveaus worden gebruikt bij voeding uit het lichtnet of de accu.
Tot de Windows 98 ACPI-besparingsniveaus behoren:
Time-out - laagste niveau energiebeheer door het LCD of de harde schijf uit te schakelen.
Stand-by - ofwel Save-to-RAM (STR), bespaart energie door uw huidige werkomgeving op te slaan en de meeste systeemonderdelen af te sluiten. Bespaart meer energie dan een LCD-timeout.
Slaapstand - ofwel opslaan-op-schijf of opslaan-naar-bestand (STF), bespaart energie door de huidige werkomgeving op de harde schijf op te slaan en vervolgens het systeem uit te schakelen. Deze modus geeft de meeste besparing.
Het is belangrijk dat u het gedrag van het systeem herkent wanneer dit zich in één van deze energiebesparende modi bevindt. In de volgende tabel wordt het gedrag van het systeem in iedere energiebesparende modus beschreven.
LCD-timeout
Stand-by (STR)
Slaapstand (STF)
Standaardinstelling
2 minuten, accu 15 minuten, lichtnet
5 minuten, accu 20 minuten, lichtnet
30 minuten na Standby.
Bij 3% acculading.
Handmatig oproepen
LCD-paneel sluiten.
Ga naar Start,
Afsluiten, Standby.
LCD-paneel sluiten.
Gedrag van het systeem
LCD-scherm is gedoofd. LED voor de energiestatus licht groen op.
LCD-scherm is gedoofd. De LED voor de energiestatus knippert groen.
LCD-scherm is gedoofd. De LED voor de energiestatus is uit. (Tijdens de verwerking verschijnt een voortgangsindicator.)
Hervatten
Druk op een toets.
Druk op de aan/uit-schakelaar.
Druk op de aan/uit-schakelaar. Tijdens de verwerking verschijnt een voortgangsindicator.