1,1 INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 1 Je leert welke letters klinkers worden genoemd en welke letters medeklinkers worden genoemd. Je moet klinkers en medeklinkers vinden en de woorden klinker en medeklinker te schrijven. Je ziet de lijsten met de klinkers en de medeklinkers. Als je je vergist worden de goede letters in een vakje gezet. 1,2 INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 2 Je leert welke letters klinkers worden genoemd en welke letters medeklinkers worden genoemd. Je moet klinkers en medeklinkers in een woord vinden. Als je je vergist krijg je de lijsten met klinkers en medeklinkers. In die lijsten kun je de goede letter vinden. 1,3 INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 3 Je leert welke letters klinkers worden genoemd en welke letters medeklinkers worden genoemd. Je moet de klinkers en medeklinkers in een woord tellen. Als je je vergist krijg je de lijsten met klinkers en medeklinkers. 1,4 INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 4 Je leert welke letters klinkers worden genoemd en welke letters medeklinkers worden genoemd. Je moet klinkers en de medeklinkers schrijven. Als je je vergist kun je de lijst met de klinkers of de medeklinkers even bekijken. 1,5 INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 5 Je leert welke letters klinkers worden genoemd en welke letters medeklinkers worden genoemd. Je moet klinkers en de medeklinkers schrijven. Als je je vergist zegt de computer welk soort fout je hebt gemaakt. 1,6 INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 6 Je leert welke letters klinkers worden genoemd en welke letters medeklinkers worden genoemd. Je moet zonder hulp of aanwijzing klinkers en medeklinkers schrijven. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 1,7 1,8 2,1 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 1 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet lange en korte klanken vinden met behulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist dan zet de computer het goede voorbeeld-woord in een vakje. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 2,2 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 2 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet lange en korte klanken vinden met behulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist dan zet de computer een rood oortje voor het voorbeeld-woord. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 2,3 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 3 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet lange en korte klanken vinden zonder hulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist krijg je een eenvoudige tip. 2,4 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 4 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet de de stomme e en i vinden met behulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist vertelt de computer welk soort fout je hebt gemaakt. 2,5 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 5 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet de stomme e en i vinden zonder hulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist vertelt de computer welk soort fout je hebt gemaakt. 2,6 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 6 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet tweeklanken vinden met hulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist vertelt de computer welk soort fout je hebt gemaakt. 2,7 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 7 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet tweeklanken vinden zonder hulp van de voorbeeld-woorden. Als je je vergist vertelt de computer welk soort fout je hebt gemaakt. 2,8 INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 8 Je leert of er in een woord lange of korte klanken staan. Je moet tweeklanken, de stomme e en i en de lange of korte klank vinden. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 3,1 INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 1 Je leert woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Ook leer je het woord -lettergrepen- te schrijven. Als je je vergist komt er een vakje om de letters waartussen het streepje moet komen. Ook vertelt de computer je waarop je speciaal moet letten. 3,2 INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 2 Je leert woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist komt er een vakje om de letters waartussen het streepje moet komen. Ook krijg je nog even de regel te zien. 3,3 INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 3 Je leert woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je nog even de regel te zien. 3,4 INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 4 Je leert woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 4,1 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 1 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Ook leer je het woord -lettergrepen- te schrijven. Als je je vergist komt er een vakje om de letters waartussen het streepje moet komen. Ook vertelt de computer je waarop je speciaal moet letten. 4,2 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 2 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je nog even de regel te zien. 4,3 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 3 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 4,4 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 4 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten in woorden met 1 of 2 medeklinkers. Als je je vergist krijg je de regel te zien die bij het woord hoort. 4,5 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 5 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet aan het woord zien welke regel je moet gebruiken om het woord in lettergrepen te verdelen. Als je wilt kun je regel 1 en regel 2 zien. Daarna kun je je antwoord kiezen. 4,6 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 6 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je wilt kun je regel 1 en regel 2 zien. Daarna kun je je antwoord kiezen. 4,7 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 7 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist komt er een vakje om de letters waartussen het streepje moet komen. 4,8 INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 8 Je leert met de regels 1 en 2 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 5,1 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 1 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Ook leer je het woord -lettergrepen- te schrijven. Als je je vergist komt er een vakje om de letters waartussen het streepje moet komen. Ook vertelt de computer je waarop je speciaal moet letten. 5,2 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 2 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je nog even de regel te zien. 5,3 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 3 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 5,4 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 4 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten in woorden met 1 of meer medeklinkers. Als je je vergist krijg je de regel te zien die bij het woord hoort. 5,5 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 5 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet aan het woord zien welke regel je moet gebruiken om het woord in lettergrepen te verdelen. Als je wilt kun je regel 1, 2 of 3 zien. Daarna kun je je antwoord kiezen. 5,6 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 6 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je wilt kun je regel 1 en regel 2 zien. Daarna kun je je antwoord kiezen. 5,7 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 7 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist komt er een vakje om de letters waartussen het streepje moet komen. 5,8 INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 8 Je leert met regel 3 woorden te verdelen in lettergrepen door op de goede plaats een streepje te zetten. Je moet de plaats vinden waar je het streepje moet zetten. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 6,1 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 1 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je leert wat samenstellingen zijn en je leert waarop je moet letten om samenstellingen te herkennen. Als je je vergist laat de computer je de delen van het woord zien. Daaraan kun je dan zien of het woord wel of geen samenstelling is. 6,2 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 2 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je moet samenstellingen herkennen en ze verdelen in lettergrepen. Als je je vergist krijg je de delen van het woord te zien of er komen lijntjes bij de delen van het woord. 6,3 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 3 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je moet samenstellingen herkennen en ze, samen met andere woorden, verdelen in lettergrepen. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 6,4 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 4 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je leert wat voorvoegsels zijn en je leert waarop je moet letten om woorden met voorvoegsels te herkennen. Als je je vergist laat de computer je de delen van het woord zien. Daaraan kun je dan zien of het woord wel of geen voorvoegsel heeft. 6,5 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 5 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je moet woorden met voorvoegsels herkennen en ze verdelen in lettergrepen. Als je je vergist vertelt de computer of het woord wel of geen voorvoegsel heeft of er komen lijntjes bij de delen van het woord. 6,6 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 6 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je moet woorden met voorvoegsels herkennen en ze verdelen in lettergrepen. Als je je vergist vertelt de computer of het woord wel of geen voorvoegsel heeft of er komen lijntjes bij de delen van het woord. 6,7 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 7 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je moet samenstellingen en woorden met voorvoegsels herkennen en ze verdelen in lettergrepen. Als je je vergist vertelt de computer of het gaat om een -gewoon- woord, een samenstelling of een woord met een voorvoegsel. 6,8 INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 8 Je leert voor welke woorden je de lettergreep-regels soms niet kunt gebruiken. (Dat zijn de uitzonderingen op de regels.) Je moet samenstellingen en woorden met voorvoegsels herkennen en ze verdelen in lettergrepen. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 7,1 INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 1 Je leert wanneer je achter de korte klank een dubbele medeklinker moet schrijven. Je leert waarop je moet letten als je moet kiezen tussen een enkele of een dubbele medeklinker. Als je je vergist vertelt de computer wat je moet doen. 7,2 INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 2 Je leert wanneer je achter de korte klank een dubbele medeklinker moet schrijven. Je leert waarop je moet letten als je moet kiezen tussen een enkele of een dubbele medeklinker. Als je je vergist vertelt de computer waarop je had moeten letten. 7,3 INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 3 Je leert wanneer je achter de korte klank een dubbele medeklinker moet schrijven. Je leert waarop je moet letten als je moet kiezen tussen een enkele of een dubbele medeklinker. Als je je vergist kun je nog even de regel zien. 7,4 INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 4 Je leert wanneer je achter de korte klank een dubbele medeklinker moet schrijven. Je moet kiezen tussen een enkele of een dubbele medeklinker. Als je je vergist vertelt de computer of er wel of geen korte klank in het woord staat. 7,5 INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 5 Je leert wanneer je achter de korte klank een dubbele medeklinker moet schrijven. Je moet kiezen tussen een enkele of een dubbele medeklinker. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 8,1 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 1 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je leert te zien of een lettergreep eindigt op een klinker of op een medeklinker. Als je je vergist vertelt de computer of de lettergreep eindigt op een klinker of op een medeklinker. 8,2 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 2 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je leert wat een open en wat een gesloten lettergreep is. Ook leer je dat te schrijven. Als je je vergist vertelt de computer wat je had moeten schrijven. 8,3 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 3 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je moet zeggen of een lettergreep een open of een gesloten lettergreep is. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 8,4 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 4 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je leert of je een enkele of een dubbele klinker moet schrijven. Als je je vergist vertelt de computer wat je had moeten schrijven. 8,5 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 5 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je moet zeggen of je een enkele of een dubbele klinker moet schrijven. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 8,6 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 6 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je moet zeggen of je een enkele of een dubbele klinker moet schrijven. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 8,7 INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 7 Je leert wanneer je een woord met een enkele klinker of met een dubbele klinker moet schrijven. Je moet zeggen of je een enkele of een dubbele klinker moet schrijven. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken. 9,1 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 1 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je leert het stappenschema voor een enkele of een dubbele klinker te gebruiken. Als je je vergist dan geeft de computer je een aanwijzing die je moet lezen. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 9,2 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 2 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je moet zeggen of de stappen wel of niet horen bij dit klinkerprobleem. Als je je vergist dan geeft de computer je een aanwijzing die je moet lezen. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 9,3 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 3 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je leert het stappenschema voor een enkele of een dubbele medeklinker te gebruiken. Als je je vergist dan geeft de computer je een aanwijzing die je moet lezen. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 9,4 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 4 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je moet zeggen of de stappen wel of niet horen bij dit medeklinkerprobleem. Als je je vergist dan geeft de computer je een aanwijzing die je moet lezen. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 9,5 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 5 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je moet het hele schema voor een enkele of een dubbele klinker en voor een enkele of een dubbele medeklinker gebruiken. Als je je vergist dan geeft de computer je een aanwijzing die je moet lezen. Daarna kun je de opdracht nog eens maken. 9,6 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 6 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je moet zeggen of je een enkele of een dubbele klinker of een enkele of een dubbele medeklinker moet schrijven. Als je je vergist kun je in het schema de goede stappen aanwijzen. 9,7 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 7 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je moet zeggen of je een enkele of een dubbele klinker of een enkele of een dubbele medeklinker moet schrijven. Als je je vergist kun je in het schema de goede stappen zoeken. 9,8 INFO - STAPPENSCHEMA - LES 8 Je leert wat je moet doen om woorden met een enkele of een dubbele klinker of medeklinker goed te schrijven. Je moet zeggen of je een enkele of een dubbele klinker of een enkele of een dubbele medeklinker moet schrijven. Als je je vergist krijg je geen hulp. Je moet de opdrachten in deze les geheel zelfstandig kunnen maken.