home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Nederland Interaktief Kinderen
/
NLeduca.bin
/
NLEDUCA
/
WWS
/
VANDAG01
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1994-11-26
|
5KB
|
87 lines
Mijn broer loopt naar de bus. @18@1@2@12@liep@
Ik koop een nieuwe pen. @9@1@1@4@kocht@
Mijn moeder kookt de melk. @19@1@2@13@kookte@
Waarom heeft zij ruzie met jou? @18@14@1@8@had@
Kees, jij moet de fiets halen. @16@7@1@11@moest@
De kinderen mogen buiten spelen. @19@1@2@13@mochten@
In de schuur ligt een bal. @19@19@2@14@lag@
Wij gaan naar het zwembad. @10@1@1@5@gingen@
De directeur wandelt over het plein. @22@1@2@14@wandelde@
Marietje, jij moet de planten water geven. @20@11@1@15@moest@
Mijn buurman zal me leren fietsen. @21@1@2@14@zou@
Na schooltijd rijden wij naar Amsterdam. @26@22@1@15@reden@
Op dat kruispunt staat een ziekenwagen. @24@24@2@18@stond@
De dokter snijdt in mijn arm. @18@1@2@11@sneed@
Tegenover de kerk staat een bedelaar. @25@25@2@19@stond@
Het kind valt in een plas. @15@1@2@10@viel@
De baby huilt langer dan een uur. @15@1@2@9@huilde@
Mama, Jumenda wil niet luisteren. @19@7@1@15@wilde@
De klok loopt een uur achter. @15@1@2@9@liep@
Zijn vader wint een grote prijs. @17@1@2@12@won@
Die timmerman heeft rugpijn. @21@1@2@15@had@
Nou Jan, jij klaagt nergens over. @21@10@1@14@klaagde@
Iedereen kan een voorbeeld nemen aan Inge. @14@1@1@10@kon@
Johan wil mij een kwartje vragen. @15@1@1@7@wilde@
Daar staat de kinderwagen van mijn zus. @12@12@2@6@stond@
Mijn tante viert haar verjaardag. @18@1@2@12@vierde@
De sneeuw valt alleen in Zeeland. @16@1@2@11@viel@
Ik voel me gelukkig. @12@1@1@4@voelde@
Overal staan de mensen te juichen. @24@14@2@8@stonden@
Zij moet heel lang wachten op de uitslag. @10@1@1@5@moest@
Martha maakt een leuk jasje voor mij. @14@1@1@8@maakte@
Ik voel me behoorlijk ziek. @12@1@1@4@voelde@
Met zulk weer gaan wij niet wandelen. @24@20@1@15@gingen@
Gelukkig mag ik een cd van Leo Ferre kopen. @17@14@1@10@mocht@
De aardappelen worden geschild. @23@1@2@16@werden@
Mijn moeder kookt een grote pan soep. @19@1@2@13@kookte@
Gelukkig wordt de auto gerepareerd. @24@16@2@10@werd@
Zij maakt haar eigen oorbellen. @11@1@1@5@maakte@
Op de motorkap ligt de kat te zonnebaden. @28@21@2@16@lag@
De arts schrijft een briefje voor de school. @18@1@2@9@schreef@
De trainer laat ons twintig rondjes lopen. @21@1@2@12@liet@
De tekening wordt verkocht voor duizend gulden. @19@1@2@13@werd@
Aan de overkant staat een agent op de uitkijk. @23@23@2@17@stond@
Slaapt haar moeder tot tien uur? @20@8@2@1@Sliep@
Alle leerlingen moeten nablijven. @24@1@2@17@moesten@
Ik zie de bus in de verte verdwijnen. @8@1@1@4@zag@
Kees zal een boterham meenemen. @10@1@1@6@zou@
Tot onze spijt kan Anneke niet komen voorlezen. @27@20@1@16@kon@
Boven op die stapel boeken ligt een pen. @33@33@2@28@lag@
Overal zie je gele vlinders vliegen. @15@12@1@8@zag@
In die winkel koop ik mijn nieuwe pen. @23@20@1@15@kocht@
Wij moeten voetballen tegen de koploper. @12@1@1@5@moesten@
In de gymzaal hangt de broek van Erik. @21@21@2@15@hing@
De luidprekers vallen uit de boekenkast. @23@1@2@16@vielen@
Waarover spreken jullie met elkaar? @25@18@1@10@spraken@
Ik schrijf niet zo mooi als anders. @12@1@1@4@schreef@
In het zwembad worden wedstrijden gehouden. @23@23@1@16@werden@
Esther doet de groeten aan Naima. @13@1@1@8@deed@
De knikkerkuiltjes zitten vol modder. @27@1@2@20@zaten@
Mijn zusje krijgt een pop voor haar verjaardag. @19@1@2@12@kreeg@
Op de roltrap ligt een hond te slapen. @20@20@2@15@lag@
Mijn moeder drinkt koffie bij de buurvrouw. @20@1@2@13@dronk@
Achter in de klas zit een jongen te slapen. @23@23@2@19@zat@
Het konijn wordt vrijgelaten. @18@1@2@12@werd@
Ik wil niets van je weten, Karin. @8@1@1@4@wilde@
Tegen de muur staat een lange ladder. @21@21@3@15@stond@
Aan de rand van de vijver bloeit een lelie. @34@34@2@27@bloeide@
Hij moet je telkens weer waarschuwen. @13@1@1@5@moest@
Dit gebakje eet ik niet op. @20@17@1@13@at@
De tandarts vult alle gaatjes. @18@1@2@13@vulde@
Op het strand kun je lekker bruin worden. @22@19@1@15@kon@
Het schip verlaat de haven. @19@1@2@11@verliet@
Aan de wal staan veel mensen te zwaaien. @18@18@2@12@stonden@
Mijn vader luistert de hele dag naar muziek. @21@1@2@12@luisterde@
Het meisje zal tot tien uur op hem wachten. @16@1@2@12@zou@
In die storm kun je niet fietsen. @21@18@1@14@kon@
Ik heb zin in een lekker taartje. @8@1@1@4@had@
Het gouden tientje rolt van de tafel. @25@1@3@20@rolde@
Overal kun je vlaggen zien wapperen. @15@12@1@8@kon@
Deze zin is niet zo moeilijk. @13@1@2@10@was@
Mijn broer loopt naar de bus. @18@1@2@12@liep@
Ik koop een nieuwe pen. @9@1@1@4@kocht@
Mijn moeder kookt de melk. @19@1@2@13@kookte@
Waarom heeft zij ruzie met jou? @17@14@1@8@had@
Kees, jij moet de fiets halen. @16@7@1@11@moest@
De kinderen mogen buiten spelen. @19@2@2@13@mochten@