home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Online Bible 1995 March
/
ROM-1025.iso
/
olb
/
bibledut
/
kant00
/
v00100
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1993-08-01
|
11KB
|
317 lines
00100-930728-1500-Mt5.10
\\om der gerechtigheid wil\\
Dat is om de rechtvaardige zaak van [Christus] en zijne leer,
gelijk in het volgende vs.: [om mijnentwil]
00101-930728-1501-Mt5.11
\\alle\\
Dat is, allerlei.
\\kwaad\\
Grieks: [kwaad woord]
\\tegen u spreken\\
Dat is, dat u tegen gaat, of tot iw nadeel.
00102-930728-1504-Mt5.12
\\loon\\
Namelijk dat God belooft en geven zal, niet uit verdienste, maar
uit genade, Rom 6: 23, om [Christus]' wil, 2 Cor. 1: 10, en zo
ook 6:1, en elders doorgaans.
# Ro 6.23 2Co 1.10 2Co 6.1
\\groot\\
Grieks: [veel]
\\voor u ... \\
Dat is, voor uw tijden, of in voorgaande tijden.
00103-930728-2124-Mt5.13
\\zout der aarde\\
Zo worden de leraars genaamd omdat, gelijk het zout de spijs
smakelijk maakt en van verrotting bewaart, zij ook alzo de
zielen der mensen door de leer Gode aangenaam maken en van het
verderf behouden.
\\ ... smakeloos wordt\\
Dat is, zijn zoutigheid, kracht of scherpheid verliest.
00104-930728-2125-Mt5.14
\\licht der wereld\\
Omdat zij met hun leer anderen verlichten, en ook met hun leven
dezelve moeten voorlichten. 1 Petr. 5: 3.
# 1Pe 5.3
00105-930728-2126-Mt5.15
\\korenmaat\\
Of, [schepsel].
00106-930728-2127-Mt5.16
\\verheerlijken\\
Of, prijzen en grootmaken.
00107-930728-2129-Mt5.17
\\de wet of de profeten te ontbinden\\
Dat is de leer der wet of der profeten te veranderen, of teniet
te doen.
\\ ... te vervullen\\
Dat is te verklaren, te onderhouden, en wat tevoren afgebeeld en
voorzegd is te volbrengen.
00108-930728-2133-Mt5.18
\\... voorbijgaan\\
Dat is vergaan of veranderd worden. Zie Ps. 102: 27; Hebr. 1:
11, en de aantek. op 2 Petr. 3: 10.
# Ps 102.26 Heb 1.11 2Pe 3.10 *(OLB Ps 102: 26 is StV Ps 102: 27)
\\jota\\
Dit is de kleinste letter bij de Grieken, gelijk Jod bij de
Hebreën. [Christus] wil daarmede zeggen dat ook de minste zaak,
in de wet geschreven, niet zal vergaan.
\\titel\\
Dat is streepje van een letter of puntje.
00109-930728-2135-Mt5.19
\\minste genaamd worden\\
Dat is, zal daar gans niet geacht worden: of [zal daar niet
ingaan]; gelijk in het volgende vers verklaard wordt.
00110-930728-2141-Mt5.20
\\[tot] de ouden\\
Of, [van] de ouden. Hierdoor verstaat [Christus] de verkeerde
uitlegging der Farizeën en Schriftgeleerden, die al van over
vele jaren alzo geleerd hadden, en niet de leer van Mozes en der
profeten. Hetwelk blijkt:
\\I.\\ uit het voorgaande vers
\\II.\\ omdat hier leringen wederlegd worden, die in Mozes en de
profeten niet gevonden worden, zie vers 43.
\\III\\ omdat door [Christus] niets wordt bijgedaan dan wat in
Mozes en de profeten gevonden wordt, gelijk men kan zien
uit de Schriftuurplaatsen des Ouden Testaments hier aan
den kant getekend.
\\strafbaar\\
Of, [schuldig om gestraft te worden].
00112-930729-1255-Mt5.22
\\ten onrechte\\
Dat is, zonder oorzaak of tevergeefs.
\\door het gericht\\
Of, [oordeel]; waardoor verstaan worden de rechters, die in alle
steden de doodslagers straften; Deut. 21
# De 21.1 - 22.1
\\Raka\\
See definition ... 4469
Het is een Syrisch smaadwoord, en is zoveel te zeggen als ijdel-
of slechthoofd. Anderen menen dat het van spuwen komt; en
anderen dat daarmede uitgedrukt wordt een geluid, dat de mensen
dikwijls maken om daarmede hun gramschap, verachting of
versmading tegen hunne naasten te kennen te geven, gelijk men
gemeenlijk door [foei u], of iets dergelijks pleegt te doen.
\\groten raad\\
Dit was de hoogste Raad binnen Jeruzalem, [Sanhedrin] genaamd,
bij denwelken het oordeel stond van de zwaarste zaken, en die
daarom ook de schuldigen tot de zwaarste straffen verwees. Zie
Deut. 17, en 2 Kron. 19
# De 17.1-18.1 2Ch 19.1-20.1
\\het helse vuur\\
Gr. [tot], of [in de gehenna] des vuurs. [Gehenna] komt van de
Hebreeuwse woorden [Ge Hinnom]; dat is, het dal Himmon, gelegen
bij de stad Jeruzalem, Joz. 15: 8, in welk dal eertijds de
afgodische Joden hun kinderen tussen de gloeiende armen van het
koperen beeld Moloch levend lieten verbranden; zie Jer. 7: 31; 2
Kon. 23: 10; hetwelk, daar het een gruwelijke pijn was, zo wordt
dit woord dikwijls voor de helse pijn genomen. Door deze
doodstraffen, waarvan de ene zwaarder is dan de andere, toont
[Christus] dat al deze zonden de eeuwige verdoemenis verdienen,
doch dat de ene zwaarder dan de andere in het toekomende oordeel
zal gestraft worden.
00113-930729-1258-Mt5.23
\\op het altaar offeren\\
Dit ziet op den godsdienst des Ouden Testaments, maar wordt ook
mede verstaan van den godsdienst des Nieuwen Testaments, hoewel
in dezen geen zulke altaren en offeranden zijn; Rom. 12: 1, en
15: 16; Hebr. 13: 15, 16; Fil. 4: 18. Of, [brengen tot het
altaar].
# Ro 12.1 Ro 15.16 Heb 13.15,16 Php 4.18
00115-930729-1300-Mt5.25
\\welgezind\\
Dat is, verdraag of verenig u met dengene, die u over schuld of
anderszins voor het gericht roept.
00116-930729-1303-Mt5.26
\\penning\\
Gr. [quadrant]; dat is, een oordje, hetwelk was de minste munt,
dien men gebruikte, omtrent anderhalve penning (ruim een cent)
waard naar onze rekening.
Zie definitie ... 2835
00118-930729-1304-Mt5.28
\\... te begeren\\
Namelijk tot onkuisheid.
00119-930729-1306-Mt5.29
\\rechteroog\\
Dat is, al wat u dit leven aangaande, het dierbaarste,
aangenaamste of nodigste is.
\\ergert\\
Dat is, tot zondigen zou verwekken of brengen.
\\trekt het uit\\
Dat is, doe zulks liever van u weg.
00121-930729-1308-Mt5.31
\\...verlaten zal\\
Dat is, van wie zijn vrouw zal scheiden.
\\scheidbrief\\
Van dezen scheidbrief zie Deut. 24: 1, enz.; Mal. 2: 14, en
Matth. 19: 7. Uit welke plaatsen blijkt dat God het lichtvaardig
scheiden nooit voor goed heeft erkend.
# De 24.1 Mal 2.14 Mt 19.7
00123-930729-1311-Mt5.33
\\den eed\\
Dat is, zo niet zweren, dat gij uw eed niet zoudt houden.
\\zult den Heere uwe eden houden\\
Dat is, hetgeen gij met ede God of den mensen beloofd hebt
betalen.
00124-930729-1316-Mt5.34
\\ganselijk\\
Namelijk noch lichtvaardig, of onnodig, noch bedriegelijk, noch
bij de creaturen. Want een oprechte en nodige eed wordt niet
verboden, gelijk te zien is in Rom. 1: 9, en 9: 1; 2 Cor. 1: 23,
en 11: 31, en 12: 19; Gal. 1: 20; Fil. 1: 8; 1 Thess. 5: 27;
Hebr. 6: 13, 16, 19; Openb. 10: 6.
# Ro 1.9 Ro 9.1 2Co 1.23 2Co 11.31 2Co 12.19 Ga 1.20 Php 1.8
# 1Th 5.27 Heb 6.13 Heb 6.16 Heb 6.19 Re 10.6
00127-930729-1321-Mt5.37
\\ja, ja\\
Dat is, gebruik in uw dagelijkse handelingen en gewone
gesprekken eenvoudige, waarachtige en oprechte woorden; zie Jak.
5: 12.
# Jas 5.12
\\wat boven deze is\\
Dat is, wat tot overvloed erbij gedaan wordt, met lichtvaardig
of onnodig zweren, of anderszins.
00128-930729-1322-Mt5.38
\\Oog om oog; tand om tand\\
Deze wet, die den overheden gegeven was, werd door de Farizeën
en schriftgeleerden misduid tot eigen wraak, welke [Christus]
hier in het volgende bestraft.
00129-930729-1324-Mt5.39
\\keer hem ook de andere toe\\
Namelijk, liever dat gij uzelven zoudt wreken. Want, dat dit
niet letterlijk is te verstaan, blijkt zelfs uit het voorbeeld
van [Christus], Joh. 18: 23. En alzo moeten ook de twee
naastvolgende verzen verstaan worden.
00131-930730-1459-Mt5.41
\\dwingen\\
In het Grieks wordt een Perzisch woord gebruikt, waardoor
betekend wordt een hofdienst, waartoe de onderzaten gedwongen
werden om de lasten der herenboden te dragen, of daartoe hun
ezels, enz. te lenen en te drijven. Hetzelfde woord wordt ook
gebruikt in Matth. 27: 32.
# Mt 27.32
See definition ... 29
00132-930730-1500-Mt5.42
\\bidt\\
Of, [begeert, eist]
00133-930730-1502-Mt5.43
\\uw vijand zult gij haten\\
Dat staat nergens in Gods wet, maar het tegendeel daarvan staat
in Deut. 32: 35; Spreuk. 25: 21.
# De 32.35 Pr 25.21
00134-930730-1503-Mt5.44
\\... geweld doen\\
Anders, [lasteren]; gelijk hetzelfde woord ook genomen wordt 1
Petr. 3: 16.
# 1Pe 3.16
00135-930730-1505-Mt5.45
\\moogt ... zijn\\
Dat is, mag blijken dat gij het zijt.
00136-930730-1505-Mt5.46
\\liefhebt\\
Namelijk alleen, gelijk blijkt uit het volgende vers.
00137-930730-1506-Mt5.47
\\groet\\
Of vriendelijk bejegent.
00139-930730-1508-Mt6.1
\\aalmoes\\
Het Griekse woord [eleemosyne] waar aalmoes van komt, betekent
in het algemeen een werk der barmhartigheid, en in het bijzonder
de weldadigheid jegens de armen, omdat die uit medelijden moeten
voortkomen, 1 Cor. 13: 3. Sommige Griekse boeken hebben:
[gerechtigheid].
See definition ... 1654
00140-930730-1513-Mt6.2
\\geveinsden\\
Gr. [hypocriten]; welk woord de personaadjes in een kamerspel
betekent, die een anderen persoon vertonen dan zij inderdaad
zijn.
See definition ... 5273
\\zij hebben hun loon weg\\
Want de eer, die zij zoeken bij de mensen, is hun loon.
00141-930730-1514-Mt6.3
\\zo laat uw linker[hand] ...\\
Dat is, doet het op het allerheimelijkste, zonder roem daardoor
te zoeken.
00142-930802-0914-Mt6.4
\\in het openbaar vergelden\\
Namelijk dikwijls hier, maar inzonderheid hiernamaals in het
uiterste oordeel. Zie Matth. 25: 34.
# Mt 25.34
00143-930802-1542-Mt6.5
\\bidt\\
Namelijk in het bijzonder. Want ook de gewone gebeden in de
vergaderingen zijn God aangenaam en hebben bijzondere beloften:
Matth. 18:19.
# Mt 18.19
\\synagogen\\
Namelijk buiten de tijd van de gemeene gebeden.
\\opdat zij van de mensen ...\\
Of, [opdat zij den mensen schijnbaar zijn].
00144-930802-1544-Mt6.6
\\binnenkamer\\
Het Griekse woord betekent een plaats of kamer, waar men iets
weglegt of opsluit.
See definition ... 5009
00145-930802-1546-Mt6.7
\\ijdel verhaal van woorden\\
Gr. [Battlogia]; dat is, wanneer enige woorden of rede zonder
nood of ernst dikwijls herhaald worden.
See definition ... 945
00147-930802-1551-Mt6.9
\\ ... aldus:\\
Dat is, richt al uw gebeden naar dit formulier. Niet dat wij aan
deze woorden alleen of altijd zouden gehouden zijn, want in
voorvallende noden is het ook wel geoorloofd enige beden verder
uit te breiden, en ook met andere woorden uit te drukken. Zie
Joh. 17, en Hand. 4: 24.
# Joh 17.1-18.1 Ac 4.24
\\in de hemelen\\
Dat is, in den derden hemel, 2 Cor. 12: 2, waar Hij zijne
majesteit en heerlijkheid allermeest openbaart: Ps. 103: 19.
# 2Co 12.2 Ps 103.19
\\geheiligd\\
Dat is, van ons met woorden en werken groot gemaakt.
00148-930802-1554-Mt6.10
\\koninkrijk\\
Namelijk zo der genade in deze wereld, als der heerlijkheid in
de hemel.
\\in den hemel\\
Namelijk van de heilige engelen, Ps. 103: 20, 21, en van de
zalige en volmaakte zielen; Hebr. 12: 23.
# Ps 103.20,21 Heb 12.23
00149-930802-1556-Mt6.11
\\dagelijks\\
Dat is genoegzaam en nodig tot onderhoud van ons leven voor deze
dag, of ons bescheiden deel; Spreuk. 30: 8.
# Pr 30.8
\\brood\\
Dat is, alle nooddruft des lichaams; Gen. 3: 19.
# Ge 3.19