home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Online Bible 1995 March
/
ROM-1025.iso
/
olb
/
bibledut
/
kant00
/
v00750
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1993-12-15
|
7KB
|
280 lines
00751-931214-1458-Mt22.23
\\Sadduceën\\
Van de sekte der Sadduceën zie breeder Hand. 23:8
# Ac 23.8
00752-931214-1502-Mt22.24
\\kinderen\\
Dat is, zonen; mits hij zijnen broeder zaad moest verwekken, dat
zijns broeders naam zou voeren en zijn erfgenam wezen; Deut.
25:5,6.
# De 25.5,6
\\trouwen\\
Gr.[uit recht des zwagerschaps tot ene huisvrouw nemen]
00754-931214-1503-Mt22.26
\\zevenden\\
Gr.[tot de zeven toe.]
00758-931214-1508-Mt22.30
\\nemen\\
Namelijk de mannen.
\\worden niet ten huwelijk uitgegeven\\
Namelijk de vrouwen.
\\als engelen Gods\\
Niet en aanzien van het wezen, maar aangaande het huwelijk en de
natuurlijke eigenschappen van dit vergankelijke leven. Zie
1Cor. 15:44; Fil. 3:21.
# 1Co 15.44 Php 3.21
00760-931214-1513-Mt22.32
\\de God Abrahams\\
Iemands god te zijn, is iemand de eeuwige zaligheid naar lichaam
en ziel te willen geven; zie Ps. 33:12, en 144:15, waaruit volgt
dat deze pariarchem naar de ziel bij god leefden [hetwelk] deze
Sadduceën ook ontkenden, Hand. 23:8] en ook naar deze lichamen
opstaan zouden en eeuwiglijk leven, mits van hen, maar van hun
gehele personen genaamd wordt.
# Ps 33.12 Ps 144.15
00764-931214-1514-Mt22.36
\\groote gebod\\
Dat is, grootste.
00765-931214-1515-Mt22.37
\\verstand\\
Of, [gedachte]; dat is, overlegging des verstands.
00768-931214-1519-Mt22.40
\\de gansche wet\\
Dat is hierin, als een hoofdsom, zijn alle geboden van de wet en
verklaringen der profeten over dezelve vervat. Zie Rom. 13:10;
1Tim. 1:5.
# 1Ti 1.5
00770-931214-1520-Mt22.42
\\den Christus\\
Dat is, van de beloofden [Messias] of Gezalfde.
00771-931214-1522-Mt22.43
\\in den geest [zijne] Heere?\\
Dat is, door den Heiligen Geest gedreven zijnde. Zie 2 Petr.
1:21.
# 2Pe 1.21
00772-931214-1526-Mt22.44
\\rechter[-hand]\\
Van de rechterhand zie Matth. 20:21
# Mt 20.21
00773-931214-1527-Mt22.45
\\indien hem\\
Zie hiervan de verklaring Luk.20:44
# Lu 20.44
00776-931214-1531-Mt23.2
\\zijn gezeten\\
Dat is, zij zijn daartoe geroepen en gesteld om de wet van
Mozes het volk voor te lezen en te verklaren; Hand. 13:15 en
15:21.
# Ac 13.15 Ac 15.21
00777-931214-1534-Mt23.3
\\al wat zij u zeggen\\
Namelijk uit de wet van Mozes en de profeten, want anderszins
hetgeen zij daar tegen of buiten leerden, noet [christus] den
zuurdeesem der Farizeën, en vermaant zijne discipelen zich
daarvan te wachten; Matth. 16:6,12
# Mt 16.6,12
00778-931214-1536-Mt23.4
\\binden lasten\\
Een gelijkenis, genomen van bossen of pallen van verscheidene
dingen, die men samenbindt om iemand op de schouders te leggen
om te dragen.
00779-931214-1543-Mt23.5
\\gedenkcedels\\
Gr. [Phylacteria]; dat is, bewaarcedels, welke briefjes of
cedeltjes van perkament waren, waarop de wet Gods of enig deel
derzelve geschreven stond, die zij aan hunne voorhoofden en
armen vonden, om te schijnen de gedachtenis der wet altijd voor
ogen te hebben, en meenden daarin te volgen hetgeen God beveelt
Exod. 13:9,16; Deut. 6:8.
# Ex 13.9,16 De 6.8
\\zoomen\\
Dit waren franjes met blauwe snoertjes aan de hoeken van de
bovenste klederen, die zij, volgens de wet, Num. 15:38;
Deut.22:12, moesten dragen om daardoor te gedenken aan de
hemelse leer der wet.
# Nu 15.38 De 22.12
00781-931214-1545-Mt23.7
\\Rabbi,rabbi.\\
Dit is een Hebreeuws woord betekende iemand, die geleerdheid en
aanzien uitsteekt, en meer is dan anderen, dat is
Meester, Meester.
00782-931214-1612-Mt23.8
\\rabbi\\
Het gebruik van deze, alsook van de volgend titels, wordt niet
geheel verboden, want zij worden somtijds den profeten en
apostelen wel toegeschreven, maar de ijdele eer en heerschappij
of meesterschap over het geloof en de conscientie van anderen,
die zij daarin zochten, vs 11.
\\Meester\\
Gr. [Voorganger, leidsman of leidsmeester.] Want hij alleen is
de enige wetgever en onze opperste profeet, die in aken, het
geloof en den godsdienst aangande, alleen moet gehoord en
gevolgd worden. Matth. 17:5, en die den weg der zaligheid niet
alleen aanwijst, maar ook zelf met zijn voorbeeld volmaakt
voorgaat; Hebr. 2:10, en 12:2.
# Mt 17.5 Heb 2.10 Heb 12.2
00783-931214-1616-Mt23.9
\\één is uwe Vader\\
Overmits wij van Hem alleen ons wezen en onderhoud naar lichaam
en ziel oorspronkelijk hebben, van Hem alleen alles goeds moeten
verwachten en op Hem alleen vertrouwen.
00784-931214-1617-Mt23.10
\\één is uw Meester\\
Dat is, voorganger. zie vse.
00785-931214-1619-Mt23.11
\\meeste van u zal uw dienaar zijn\\
Gr.[meerder of grooter].
00787-931214-1621-Mt23.13
\\degenen\\
Of, de ingaande; dat is, die op den weg zijn om de leer des
Evangelies aan te nemen, belet gij, zoveel in u is, dat zij niet
voortgaan,
00788-931214-1624-Mt23.14
\\den schijn van\\
Of [dekmantel]
\\lang te bidden\\
Dat is, onder schijn van godsvrucht en voor haar te bidden,
berooft gij haar van hare middelen. Zie ook 2 Tim. 3:6. Of,
onder een schijn of tot een dekmantel, zijt lang biddende.
# 1Ti 3.6
\\zwaarder oordeel\\
Gr.[overvloediger]
00789-931214-1632-Mt23.15
\\land om één\\
Gr.[het droge]; Gen. 1:10
# Ge 1.10
\\Jodengenoot\\
Gr. [Proselyton]; dat is, een aankomeling, die namelijk van den
heidense godsdienst zich begeeft to de hoodse, gelijk daar was
Nikolaus, een aankomeling van Antiochië; Hand. 6:5; zie 1Kron.
2:55; Ezech. 14:7;Hand. 2:10.
# Ac 6.5 1Ch 2.55 Eze 14.7 Ac 2.10
\\kind der hel\\
Gr. [zoon]; dat is, waardig der heelse verdoemenis; 2Sam. 12:5.
# 2Sa 12.5
00790-931214-1635-Mt23.16
\\dat is niets\\
Dat is, dat geldt niet, of die is niet gehouden te betalen
hetgeen hij met zulk een eed beloofd heeft.
\\die is schuldig\\
Dat is, die is gehouden zijne belofte te betalen.
00791-931214-1637-Mt23.17
\\Gij dwazen en blinden\\
[Christus] kent hiermede niet voor goed de eeden bij de
creaturen gedaan, maar toont alleen hoe verkeerdelijk zij
daarvan oordeelden, en de conscientiën der mensen kwalijk
onderrichtten.
00792-931214-1638-Mt23.18
\\de gave\\
Dat is, offerande. Zie Matth. 5:24
# Mt 5.24
00795-931214-1642-Mt23.21
\\die daarin woont\\
Of, die denzelven bewoont. Hoe God in den tempel woont, zie
1Kon. 8:27.
# 1Ki 8.27
00797-931215-1127-Mt23.23
\\vertient\\
Dat is, tienden geeft, of leert dat men daarvan tienden moet
geven.
\\de munte\\
Het Griekse woord [hedyosmos] heeft zijn naam van zoet- of
welrieken.
\\het zwaarste der wet\\
Dat is, de gewichtigste stukken.
\\het oordeel\\
Dat is, hetgeen recht en billijk is.
\\de barmhartigheid\\
Dat is, de werken der liefde.
\\het geloof\\
Dat is, getrouwheid in alle handelingen met de mensen.
00798-931215-1128-Mt23.24
\\de mug\\
Of, [een mug kleinst en een kemel doordrinkt.] Dit is een
algemeen spreekwoord tegen degenen, die in het kleine nauw zien
en het groote niet achten.
00799-931215-1132-Mt23.25
\\van roof en onmatigheid\\
Dat is, vol van spijs en drank met onrechtvaardigheid verkregen
en met onmatigheid gebruikt.