home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Nederland Interaktief Kinderen
/
NLeduca.bin
/
NLEDUCA
/
ODM
/
INFOTEXT.TXT
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1994-11-10
|
22KB
|
1,442 lines
1,1
INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 1
Je leert
welke letters klinkers worden genoemd
en
welke letters medeklinkers worden genoemd.
Je moet
klinkers en medeklinkers vinden
en de woorden klinker en medeklinker
te schrijven.
Je ziet de lijsten met de klinkers en
de medeklinkers. Als je je vergist worden
de goede letters in een vakje gezet.
1,2
INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 2
Je leert
welke letters klinkers worden genoemd
en
welke letters medeklinkers worden genoemd.
Je moet
klinkers en medeklinkers
in een woord vinden.
Als je je vergist krijg je de lijsten met
klinkers en medeklinkers.
In die lijsten kun je de goede letter vinden.
1,3
INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 3
Je leert
welke letters klinkers worden genoemd
en
welke letters medeklinkers worden genoemd.
Je moet
de klinkers en medeklinkers in een woord
tellen.
Als je je vergist krijg je de lijsten met
klinkers en medeklinkers.
1,4
INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 4
Je leert
welke letters klinkers worden genoemd
en
welke letters medeklinkers worden genoemd.
Je moet
klinkers en de medeklinkers
schrijven.
Als je je vergist kun je de lijst met
de klinkers of de medeklinkers even bekijken.
1,5
INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 5
Je leert
welke letters klinkers worden genoemd
en
welke letters medeklinkers worden genoemd.
Je moet
klinkers en de medeklinkers
schrijven.
Als je je vergist zegt de computer
welk soort fout je hebt gemaakt.
1,6
INFO - KLINKERS EN MEDEKLINKERS - LES 6
Je leert
welke letters klinkers worden genoemd
en
welke letters medeklinkers worden genoemd.
Je moet
zonder hulp of aanwijzing
klinkers en medeklinkers schrijven.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
1,7
1,8
2,1
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 1
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
lange en korte klanken vinden
met behulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist dan zet de computer
het goede voorbeeld-woord in een vakje.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
2,2
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 2
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
lange en korte klanken vinden
met behulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist dan zet de computer
een rood oortje voor het voorbeeld-woord.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
2,3
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 3
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
lange en korte klanken vinden
zonder hulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist
krijg je een eenvoudige tip.
2,4
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 4
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
de de stomme e en i vinden
met behulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist
vertelt de computer
welk soort fout je hebt gemaakt.
2,5
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 5
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
de stomme e en i vinden
zonder hulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist
vertelt de computer
welk soort fout je hebt gemaakt.
2,6
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 6
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
tweeklanken vinden
met hulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist
vertelt de computer
welk soort fout je hebt gemaakt.
2,7
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 7
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
tweeklanken vinden
zonder hulp van de voorbeeld-woorden.
Als je je vergist
vertelt de computer
welk soort fout je hebt gemaakt.
2,8
INFO - LANGE EN KORTE KLANKEN - LES 8
Je leert
of er in een woord
lange of korte klanken staan.
Je moet
tweeklanken,
de stomme e en i en
de lange of korte klank vinden.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
3,1
INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 1
Je leert
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Ook leer je het woord -lettergrepen-
te schrijven.
Als je je vergist
komt er een vakje om de letters
waartussen het streepje moet komen.
Ook vertelt de computer je
waarop je speciaal moet letten.
3,2
INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 2
Je leert
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist
komt er een vakje om de letters
waartussen het streepje moet komen.
Ook krijg je nog even de regel te zien.
3,3
INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 3
Je leert
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist
krijg je nog even de regel te zien.
3,4
INFO - LETTERGREPEN REGEL 1 - LES 4
Je leert
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
4,1
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 1
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Ook leer je het woord -lettergrepen-
te schrijven.
Als je je vergist
komt er een vakje om de letters
waartussen het streepje moet komen.
Ook vertelt de computer je
waarop je speciaal moet letten.
4,2
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 2
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist
krijg je nog even de regel te zien.
4,3
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 3
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
4,4
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 4
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten
in woorden met 1 of 2 medeklinkers.
Als je je vergist
krijg je de regel te zien
die bij het woord hoort.
4,5
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 5
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet
aan het woord zien
welke regel je moet gebruiken
om het woord in lettergrepen te verdelen.
Als je wilt
kun je regel 1 en regel 2 zien.
Daarna kun je je antwoord kiezen.
4,6
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 6
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je wilt
kun je regel 1 en regel 2 zien.
Daarna kun je je antwoord kiezen.
4,7
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 7
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist
komt er een vakje om de letters
waartussen het streepje moet komen.
4,8
INFO - LETTERGREPEN REGEL 2 - LES 8
Je leert met de regels 1 en 2
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
5,1
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 1
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Ook leer je het woord -lettergrepen-
te schrijven.
Als je je vergist
komt er een vakje om de letters
waartussen het streepje moet komen.
Ook vertelt de computer je
waarop je speciaal moet letten.
5,2
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 2
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist
krijg je nog even de regel te zien.
5,3
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 3
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
5,4
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 4
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten
in woorden met 1 of meer medeklinkers.
Als je je vergist
krijg je de regel te zien
die bij het woord hoort.
5,5
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 5
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet
aan het woord zien
welke regel je moet gebruiken
om het woord in lettergrepen te verdelen.
Als je wilt
kun je regel 1, 2 of 3 zien.
Daarna kun je je antwoord kiezen.
5,6
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 6
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je wilt
kun je regel 1 en regel 2 zien.
Daarna kun je je antwoord kiezen.
5,7
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 7
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist
komt er een vakje om de letters
waartussen het streepje moet komen.
5,8
INFO - LETTERGREPEN REGEL 3 - LES 8
Je leert met regel 3
woorden te verdelen in lettergrepen
door op de goede plaats
een streepje te zetten.
Je moet de plaats vinden
waar je het streepje moet zetten.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
6,1
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 1
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je leert wat samenstellingen zijn
en je leert waarop je moet letten
om samenstellingen te herkennen.
Als je je vergist
laat de computer je de delen van het woord zien.
Daaraan kun je dan zien
of het woord wel of geen samenstelling is.
6,2
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 2
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je moet samenstellingen herkennen
en ze verdelen in lettergrepen.
Als je je vergist
krijg je de delen van het woord te zien
of er komen lijntjes
bij de delen van het woord.
6,3
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 3
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je moet samenstellingen herkennen
en ze, samen met andere woorden,
verdelen in lettergrepen.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
6,4
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 4
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je leert wat voorvoegsels zijn
en je leert waarop je moet letten
om woorden met voorvoegsels te herkennen.
Als je je vergist
laat de computer je de delen van het woord zien.
Daaraan kun je dan zien
of het woord wel of geen voorvoegsel heeft.
6,5
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 5
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je moet
woorden met voorvoegsels herkennen
en ze verdelen in lettergrepen.
Als je je vergist vertelt de computer
of het woord wel of geen voorvoegsel heeft
of er komen lijntjes
bij de delen van het woord.
6,6
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 6
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je moet
woorden met voorvoegsels herkennen
en ze verdelen in lettergrepen.
Als je je vergist vertelt de computer
of het woord wel of geen voorvoegsel heeft
of er komen lijntjes
bij de delen van het woord.
6,7
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 7
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je moet
samenstellingen
en woorden met voorvoegsels
herkennen en ze verdelen in lettergrepen.
Als je je vergist
vertelt de computer
of het gaat om een -gewoon- woord,
een samenstelling
of een woord met een voorvoegsel.
6,8
INFO - LETTERGREPEN - UITZONDERINGEN - LES 8
Je leert
voor welke woorden je de lettergreep-regels
soms niet kunt gebruiken.
(Dat zijn de uitzonderingen op de regels.)
Je moet
samenstellingen
en woorden met voorvoegsels
herkennen en ze verdelen in lettergrepen.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
7,1
INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 1
Je leert
wanneer je achter de korte klank
een dubbele medeklinker moet schrijven.
Je leert waarop je moet letten
als je moet kiezen
tussen een enkele of een dubbele medeklinker.
Als je je vergist
vertelt de computer wat je moet doen.
7,2
INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 2
Je leert
wanneer je achter de korte klank
een dubbele medeklinker moet schrijven.
Je leert waarop je moet letten
als je moet kiezen
tussen een enkele of een dubbele medeklinker.
Als je je vergist
vertelt de computer waarop je had moeten letten.
7,3
INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 3
Je leert
wanneer je achter de korte klank
een dubbele medeklinker moet schrijven.
Je leert waarop je moet letten
als je moet kiezen
tussen een enkele of een dubbele medeklinker.
Als je je vergist
kun je nog even de regel zien.
7,4
INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 4
Je leert
wanneer je achter de korte klank
een dubbele medeklinker moet schrijven.
Je moet kiezen
tussen een enkele
of een dubbele medeklinker.
Als je je vergist
vertelt de computer
of er wel of geen korte klank
in het woord staat.
7,5
INFO - ENKELE OF DUBBELE MEDEKLINKER - LES 5
Je leert
wanneer je achter de korte klank
een dubbele medeklinker moet schrijven.
Je moet kiezen
tussen een enkele
of een dubbele medeklinker.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
8,1
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 1
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je leert
te zien of een lettergreep
eindigt op een klinker of op een medeklinker.
Als je je vergist
vertelt de computer
of de lettergreep
eindigt op een klinker of op een medeklinker.
8,2
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 2
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je leert
wat een open en wat een gesloten lettergreep is.
Ook leer je dat te schrijven.
Als je je vergist
vertelt de computer
wat je had moeten schrijven.
8,3
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 3
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je moet zeggen
of een lettergreep
een open of een gesloten lettergreep is.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
8,4
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 4
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je leert
of je een enkele of een dubbele klinker
moet schrijven.
Als je je vergist
vertelt de computer
wat je had moeten schrijven.
8,5
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 5
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je moet zeggen
of je een enkele of een dubbele klinker
moet schrijven.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
8,6
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 6
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je moet zeggen
of je een enkele of een dubbele klinker
moet schrijven.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
8,7
INFO - ENKELE OF DUBBELE KLINKER - LES 7
Je leert
wanneer je een woord
met een enkele klinker of
met een dubbele klinker moet schrijven.
Je moet zeggen
of je een enkele of een dubbele klinker
moet schrijven.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.
9,1
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 1
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je leert
het stappenschema voor
een enkele of een dubbele klinker
te gebruiken.
Als je je vergist dan geeft de computer
je een aanwijzing die je moet lezen.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
9,2
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 2
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je moet zeggen
of de stappen wel of niet horen
bij dit klinkerprobleem.
Als je je vergist dan geeft de computer
je een aanwijzing die je moet lezen.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
9,3
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 3
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je leert
het stappenschema voor
een enkele of een dubbele medeklinker
te gebruiken.
Als je je vergist dan geeft de computer
je een aanwijzing die je moet lezen.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
9,4
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 4
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je moet zeggen
of de stappen wel of niet horen
bij dit medeklinkerprobleem.
Als je je vergist dan geeft de computer
je een aanwijzing die je moet lezen.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
9,5
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 5
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je moet
het hele schema voor
een enkele of een dubbele klinker en
voor een enkele of een dubbele medeklinker
gebruiken.
Als je je vergist dan geeft de computer
je een aanwijzing die je moet lezen.
Daarna kun je de opdracht nog eens maken.
9,6
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 6
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je moet zeggen of je
een enkele of een dubbele klinker of
een enkele of een dubbele medeklinker
moet schrijven.
Als je je vergist
kun je in het schema
de goede stappen aanwijzen.
9,7
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 7
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je moet zeggen of je
een enkele of een dubbele klinker of
een enkele of een dubbele medeklinker
moet schrijven.
Als je je vergist
kun je in het schema
de goede stappen zoeken.
9,8
INFO - STAPPENSCHEMA - LES 8
Je leert wat je moet doen
om woorden met een enkele of een dubbele
klinker of medeklinker goed te schrijven.
Je moet zeggen of je
een enkele of een dubbele klinker of
een enkele of een dubbele medeklinker
moet schrijven.
Als je je vergist krijg je geen hulp.
Je moet de opdrachten in deze les
geheel zelfstandig kunnen maken.