home
***
CD-ROM
|
disk
|
FTP
|
other
***
search
/
Online Bible 1995 March
/
ROM-1025.iso
/
olb
/
bibledut
/
kant00
/
v00950
< prev
next >
Wrap
Text File
|
1993-12-21
|
8KB
|
266 lines
00950-931221-1221-Mt26.40
\\dan niet één uur met mij waken?\\
Gr. [zoo]
00951-931221-1223-Mt26.41
\\geest is wel gewillig, maar het vleesch is zwak.\\
Dat is, uw wil is wel goed, maar wordt verhinderd door uw
natuurlijke zwakheid.
00953-931221-1224-Mt26.43
\\bezwaard\\
Namelijk met slaap, door waken en droefheid.
00955-931221-1227-Mt26.45
\\Slaapt\\
dit zegt Hij bestraffenderwijze gelijk men dikwijls iemand
eindelijk iets schijnt toe te laten als het te laat is, waarvan
men hem tevergeefs heeft afgemaand.
00957-931221-1229-Mt26.47
\\een groote schare\\
Namelijk een gansche bende krijgsknechten met de dienaars der
overpriestersen schriftgeleerden. Zie Joh. 18:3.
# Joh 18.3
00960-931221-1230-Mt26.50
\\Vriend,\\
Gr. [gezel]
00961-931221-1232-Mt26.51
\\een van degenen,\\
Namelijk Petrus. Zie Joh. 18:10
# Joh 18.10
\\hieuw zijn oor af\\
Gr.[nam zijn oor weg].
00962-931221-1236-Mt26.52
\\nemen, zullen\\
Namelijk zonder wettelijk beroep of last daartoe te hebben.
\\door het zwaard vergaan\\
Namelijk door bevel der overheid, welke tot dat einde het zwaard
gegeven is, om de doodslager met den dood te straffen; Gen. 9:6;
Rom 13:4
# Ge 9.6 Ro 13.4
00963-931221-1237-Mt26.53
\\legioenen engelen\\
Een legioen was bij de Romeinen een regimet krijgsvolk,
bestaande uit enige duizenden, somtijd vier, somtijds, zes, en
somtijds meer.
00965-931221-1238-Mt26.55
\\moordenaar\\
Of, [straatschender]
00967-931221-1240-Mt26.57
\\tot Kajafas\\
Namelijk nadat zij Hem eerst tot Annas hadden gebracht, die
Kajafas schoomvader was; Joh. 18:13.
# Joh 18.13
00968-931221-1241-Mt26.58
\\zaal des hoogepriesters,\\
Of, tot aan het paleis.
00969-931221-1243-Mt26.59
\\vonden niet\\
Namelijk wat met enigen schijn zou kunnen voortgebracht worden,
om daarop Hem te veroordelen.
00971-931221-1247-Mt26.61
\\Deze heeft gezegd:\\
Dit was een verdraaiing der woorden van [Christus], Joh. 2:19,
want[Christus] heeft aldaar niet gezegd: [Ik kan den tempel
afbreken. enz.,] maar: [breekt gij den tempel af,} enz.,
verstaande dat van den tempels zijns lichaams.
# Joh 2.19
00973-931221-1248-Mt26.63
\\zweeg stil\\
Om daarmede te kennen te geven dat deze zaak zo ongegrond was,
dat zij niet waardig was beantwoord te worden.
00974-931221-1251-Mt26.64
\\Gij hebt het gezegd\\
Zie hier voren vs.25.
\\zult gij zien den Zoon des menschen\\
Dat is, gij zult alsdan metterdaa bevinden, dat Ik de Zoon Gods
ben, inzonderheid als gij voor Mij zult moeten verschijnen om
geoordeeld te worden.
00975-931221-1254-Mt26.65
\\verscheurde\\
Dit plachten de Joden te doen als zij een uiterste droefheid of
mishagen over zekere zaak wilden betoonen als godslastering,
enz. Zie 2 Kon. 19:1.
# 2Ki 19.1
00978-931221-1255-Mt26.68
\\gaven Hem kinnebakslagen,\\
Anders, [sloegen Hem met stokjes], of [roeden].
00979-931221-1259-Mt26.69
\\buiten in de zaal;\\
Namelijk buiten de plaats waar de Joodse Raad vergaderd was,
voor welken [Christus] stond, gelijk blijkt uit vs. 71,75.
\\den Galileër\\
Zo wordt Hij hier genaamd, omdat Hij te Nazareth was opgevoed,
hetwelk ene stad van Galilea was. Zie vs. 71 en Matth. 2:23.
# Mt 2.23
00981-931221-1300-Mt26.71
\\de voorpoort uitging,\\
Of, portaal, voorhuis.
00983-931221-1302-Mt26.73
\\maakt u openbaar\\
namelijk dat gij een Galileër zijt, gelijk Markus, hfdst 14:70,
en Lukas, hfdst. 22:59, uitdrukken.
# Mr 14.70 Lu 22.59
00984-931221-1304-Mt26.74
\\[zich] te vervloeken en te zweren:\\
Dat is, den vloek of de wraak van God zichzelven toewensend
indien hij Hem kende.
00985-931221-1306-Mt26.75
\\werd indachtig het woord van Jezus,\\
Namelijk nadat hem [Christus] aangezien hed. Zie Luk. 22:61.
# Lu 22.61
00987-931221-1309-Mt27.2
\\den stadhouder\\
Namelijk van den Romeinse keizer Tiberius, over het Joodse land,
Luk. 3:1; want de Joden mochten niet meer iemdand met den dood
straffen, zonder voorgaande bewilliging der Roomeinse
stadhouders, gelijk zij zelf betuigen Joh. 18:31
# Joh 18.31
00988-931221-1313-Mt27.3
\\berouw gehad,\\
Dit was geen oprecht berouw, gelijk Petrus had, alzo het niet
was gepaard met verbetering des levens, noch met geloof en
betrouwen van vergeving zijner zonden. Paulus noemt zulk een
berouw, gelijk Juda had, ene droefheid, der wereld, die den dood
werkt; 2 Cor. 7:10
# 2Co 7.10
\\wedergebracht\\
Gr. [werdergekeerd]; dat is, weder uitgekeerd.
00990-931221-1315-Mt27.5
\\verworgde\\
Zie hiervan breeder Hand. 1:18.
# Ac 1.18
00991-931221-1321-Mt27.6
\\offerkist\\
In den Griekse tekst wordt het Syrische woord Corbanan behouden,
hetwelk betekent een gave of offer waarmede zij noemden den
schat of de geldkist, in welke het geld, tot den diens Gods
gegeven of geheilogd, bewaard werd. Zie 2Kon. 12:9. Deze wordt
Mark. 12:41, en Luk. 21:1 genaamd [Gazophylacium]
# 2Ki 12.9 Mr 12.41 Lu 21.1
\\een prijs des bloeds is.\\
Dat is, waarvoor [Christus] van hem gekocht was om hem te
dooden. Het schijnt dat deze huichelaars zien op de plaats
Deut. 23:18.
# De 23.18
00992-931221-1333-Mt27.7
\\de vreemdelingen\\
Dat is uit vreemde landen komende en vreemd zijde van de Joodse
religie, met welken het schint dat de Joden, zelfs ook na hun
dood, gene gemeenschap wilden hebben.
00993-931221-1335-Mt27.8
\\de Akker des bloeds,\\
Van dezen akker, zie Hand. 1:19.
# Ac 1.19
00994-931221-1359-Mt27.9
\\Jeremia,\\
Deze plaats wordt niet gevonden bij Jeremia, maar bij Zacharia
11:13, en daarom menen sommige oude leraars dat hier van
Mattheus zelf geen naam des profeets uitgedrukt is geweest,
gleijk hij ook elders gewoon is te doen, en gelijk deze naam ook
in de Syrische overzetting, die zeer oud is, en sommige andere
niet gevonden wordt, en de naam van Jeremia door iemand van de
afschrijvers door onwetendheid om de gelijkheid van de letters
Gr.[I en Z] zoals die in het kort geschreven worden, uit den
kant in den tekst zou zijn bijgevoegd. Doch anderen menen dat
Zacharia ook Jeremia zou genaamd zijn geweest, gelijk onder de
Israelieten zeer gebruikelijk was twee namen te hebben,
inzonderheid als dezelve bijna eenerlei zaak betekenen.
# Zec 11.13
\\de waarde des gewaardeerden\\
Anderen zetten het over: [de waarde des gewaardeerden, denwelken
gewaardeerd hebben enigen van de kinderen] Israels. Zacharia
11:13, voert [Christus] zelf in als sprekende in zijn persoon,
maar Mattheus, ziende meer op den zin dan op de woorden van de
profeet, spreekt van [Christus] in den derde persoon, om aan te
wijzen dat deze profetie alhier in Hem vervuld was.
# Zec 11.13
00995-931221-1401-Mt27.10
\\volgens hetgeen\\
Deze woorden staan wel niet bij den profeet, maar de inhoud
daarvan.
00996-931221-1403-Mt27.11
\\de koning der Joden?\\
Namelijk dien de Joden voor hun [Messias] jen Verlosser
verwachten.
\\Gij zegt het.\\
Zie hiervoren 26:25, 64 en Joh. 18:37.
# Joh 18.37
00998-931221-1405-Mt27.13
\\hoevele [zaken]\\
Deze zaken staan uitgedrukt Luk. 23:2.
# Lu 23.2
00999-931221-1409-Mt27.14
\\niet op een enig woord,\\
Eensdeels omdat de bedschuldigingen openbare leugens waren,
eensdeels omdat Hij voor ons onschuldig veroordeeld wilde
worden. En zo is vervuld hetgeen tevoren van Hem gezegd was,
Jes. 53:7
# Isa 53.7